Anticonceptie na de zwangerschap is een belangrijk onderwerp, vooral als je geen tweede baby wilt. Er zijn verschillende opties als het gaat om anticonceptie na de zwangerschap. In sommige gevallen kan je direct na de bevalling weer anticonceptie nemen. Er zijn speciale lange-termijn methoden die je kunt gebruiken, zoals de spiraaltjes en de anticonceptiepleister.

Als je borstvoeding geeft, zijn er ook speciale anticonceptiemiddelen die je kunt gebruiken die geen invloed hebben op je melkproductie. Het is ook belangrijk om te begrijpen dat sommige anticonceptiemethoden meer risico's hebben dan anderen. Het is belangrijk om het advies van je arts op te volgen om te weten welke anticonceptie voor jou geschikt is.

Het is belangrijk om ook je partner te betrekken bij de discussie. Zorg ervoor dat je je partner volkomen vertrouwt en beide partijen begrip hebben voor elkaars standpunt. Zorg ervoor dat alle factoren worden overwogen, zoals budget, bijwerkingen en persoonlijke voorkeuren. Al met al is het belangrijk om goed over anticonceptie na de zwangerschap na te denken. Samen met je arts kun je de beste anticonceptie methoden kiezen om een tweede zwangerschap te voorkomen.

Borstvoedingsmethode

Het volledig op verzoek borstvoeden van je baby heeft een anticonceptieve werking. Je baby krijgt dan alleen de borst, dag en nacht, met tussenpozen van niet meer dan zes uur. Het risico op zwangerschap tot vier maanden na de geboorte is hierbij minimaal, mits er geen bij- of flesvoeding wordt gegeven, niet wordt gekolfd en je geen vaginaal bloedverlies heeft. Tot zes maanden na de bevalling loopt de kans op zwangerschap op tot ongeveer twee procent. Deze methode van anticonceptie heet de lactatie amenorroemethode (LAM).

Zodra je weer menstrueert, ben je ook bij volledige borstvoeding mogelijk weer vruchtbaar. Bij de eerste menstruatie of de eerste bijvoeding is anticonceptie weer noodzakelijk als je niet zwanger wilt worden.

Condooms en andere niet-hormonale methoden

Wanneer je een kans op zwangerschap van minder dan twee procent te hoog vindt of geen volledige borstvoeding geeft, kun je in combinatie met de LAM aanvullend een condoom gebruiken. Ook andere niet-hormonale anticonceptiemethoden zoals het vrouwencondoom en pessarium zijn goede mogelijkheden tijdens de lactatie.

Wanneer je flesvoeding geeft, is gedurende de eerste weken na de bevalling het condoom de enige mogelijke vorm van anticonceptie. Later kun je eventueel overstappen op een hormonale anticonceptiemethode of spiraal.

Check ons assortiment condooms hieronder:

Anticonceptiepil

Wanneer je borstvoeding geeft, kun je vanaf zes weken na de bevalling met de anticonceptiepil beginnen. De voorkeur gaat dan uit naar een pil met alleen progestageen, omdat deze waarschijnlijk geen invloed heeft op de hoeveelheid borstvoeding. Het effect van een combinatiepil (oestrogeen en progestageen) op de borstvoeding is minder onderzocht. Mogelijk kan de borstvoeding iets teruglopen door deze pil. Het beste is dan om op verzoek te blijven voeden zodat de aanmaak van de melk gestimuleerd blijft. Tot op heden zijn bij beide methoden geen schadelijke effecten voor het kind op de lange termijn bekend.

Wanneer je flesvoeding geeft, kun je twee weken na de bevalling beginnen met de pil met alleen progestageen. Combinatiepillen worden in verband met het risico op trombose pas na drie weken gestart.

Spiraaltje

Zes weken na de bevalling kan de huisarts een spiraaltje plaatsen. Zowel een koper- als hormoonspiraal heeft geen invloed op de borstvoeding en de groei van het kind. De koperspiraal en de hormoonspiraal zijn twee opties bij anticonceptie. De koperspiraal is een zeer betrouwbare anticonceptiemethode en wordt al meer dan vijftig jaar gebruikt. Hoewel het in staat is om te voorkomen dat zwangerschap kan optreden, staat de koperspiraal ook bekend om zijn extra voordelen, zoals een verminderd risico op aanhoudende zwangerschapsklachten en een lager risico op eileiderontstekingen.

De hormoonspiraal daarentegen, is een vorm van anticonceptie die gebruikmaakt van hormonen om zwangerschap te voorkomen. Het bevat twee verschillende hormonen, namelijk progesteron en oestrogeen. Deze hormonen werken samen om zowel de eisprong als de bevruchting te voorkomen. Het houdt ook de baarmoederholte slank, wat voorkomt dat het embryo gemakkelijk in de baarmoeder kan nestelen.

Hoewel beide anticonceptiemethoden betrouwbaar en effectief kunnen zijn om zwangerschap te voorkomen, is er één groot verschil tussen de twee. De koperspiraal bevat geen hormoon, terwijl de hormoonspiraal wel hormonen bevat. Daarom zijn de gevolgen van het gebruik van de twee verschillend, waardoor sommige vrouwen beter geschikt zijn voor de koperspiraal dan voor de hormoonspiraal en andersom.

Overige methoden

Bovengenoemde methoden zijn het meest bekend en gebruikt. Tegenwoordig zijn er verschillende alternatieven zoals: een vaginale ring (oestrogenen en progestagenen), een pleister (oestrogenen en progestagenen), een prikpil (progestageen) of een implantatiestaafje (progestageen). Wanneer je echt geen kinderen (meer) wilt, kun je ook sterilisatie overwegen. Of lees ons artikel 'Welke anticonceptie bij een compleet gezin?'